Slide

Veerkracht van jongeren: zelfinzicht en betrokkenheid

Over de JOIN-bouwsteen van Mariëlle Cloïn en Jolanda Mathijssen

Marielle CloinOp welke manier kunnen jongeren meer inzicht krijgen in hun veerkracht? De afgelopen anderhalf jaar werkten onderzoekers van het PON samen met Mariëlle Cloïn, onderzoeker bij Tranzo/Tilburg University, aan een praktische veerkrachtzelftest voor (kwetsbare) jongeren.

Met de ontwikkelde test kunnen jongeren zelf hun competenties en vaardigheden in beeld krijgen. En met de uitkomsten kunnen ze vervolgens ook zelf weer aan de slag, al dan niet samen met jongerenwerkers.

Veerkrachtzelftest

Het onderzoek begon met een uitgebreide literatuurstudie naar de wijze waarop een abstract concept als veerkracht in de wetenschappelijke literatuur in kaart gebracht en gemeten kan worden. De aspecten of onderdelen van veerkracht die hieruit naar voren kwamen die relevant zijn voor jongeren zelf en kunnen worden ingezet om de eigen veerkracht te vergroten zijn hieruit gehaald en bij wijze van eerste test voorgelegd aan 1200 jongeren in een vragenlijst. De resultaten werden vervolgens voorgelegd aan jongerenwerkers en jongeren om na te gaan wat zij herkenden en belangrijk vonden in de praktijk.

De op deze manier ontwikkelde veerkrachtzelftest zal in eerste instantie gebruikt worden door jongeren die in beeld zijn bij jongerenwerk. Tegelijkertijd is het de bedoeling dat zij in de toekomst ook weer breder kan worden ingezet. Het is een soort van cyclus, aldus Cloïn. Vanuit de brede wetenschappelijke literatuur focus je op een specifieke doelgroep in de praktijk om vervolgens als wetenschapper weer te zoeken naar bredere principes die het mogelijk maken om de test ook op andere plekken en bij andere doelgroepen in te zetten.

Wetenschap en praktijk

Een groot deel van het onderzoek binnen deze JOIN-bouwsteen wordt uitgevoerd door het PON, een structurele samenwerkingspartner van Tranzo binnen de academische werkplaats Jeugd. Het PON heeft goede ingangen bij het jongerenwerk en vormt daarmee een onmisbare schakel tussen wetenschap en praktijk, vertelt Cloin. Als onderzoeker kijkt zij mee met de analyse en rapportage en koppelt zij regelmatig terug over het verloop van het onderzoek. Deze manier van werken wordt vaker toegepast binnen Tranzo. Cloïn: "Zeker wanneer het gaat om gevoelige onderwerpen ben je als wetenschapper niet altijd toegerust om in gesprek te gaan met bepaalde groepen. Wij blijven immers onderzoekers. Daarvoor moet je het ook juist zoeken bij mensen die dit wel kunnen, die met een been in wetenschap en met het andere been in de praktijk staan."

Cloïn pleit dan ook voor een financieringstructuur waarin dit soort constructies mogelijk zijn.  Samenwerking met deze partijen is onmisbaar in dit soort onderzoekstrajecten: niet alleen voor de uitvoering en organisatie van het onderzoek, maar ook voor de beklijving en implementatie van resultaten in de praktijk.

Related Articles